Terug naar Portfolio >

09-02-2013 | De Stentor (DPD)

Je bent ELF, doe het zelf

elf Kinderen worden steeds later zelfstandig. Uit liefde beschermen ouders hun kinderen te veel. Maar dat is niet goed. Stel eisen. Geef ze taken in huis. Begin je met 12 jaar, dan ben je te laat."


door Mayke Calis
illustraties Eliane Gerrits
   

Een ochtend aan het ontbijt. Mijn dochter van 5 wil zelf haar boterham smeren. Vooruit. Het is toch weekend. Maar even later blijken er klodders boters op de tafel te liggen, zit het mes onder de pindakaas en smeert ze haar vieze handen af aan haar pyama. Dus neem ik het over.

Helemaal verkeerd, vindt Heleen de Hertog, ex-ploetermoeder van vier kinderen en bewerker voor Nederland van het Amerikaanse boek How2talk2kids, een communicatiemethode om kinderen meer zelf verantwoordelijk te maken voor hun gedrag. Ze begrijpt het boterhammenvoorbeeld wel. Haar 4-jarige zoontje ging vroeger vaak languit op de grond liggen als zij hem wilde aankleden. 'Mama doet het, dus ik hoef niks te doen', leek hij te denken. Zo was het ook. Zij smeerde brood voor ontbijt en lunch, maakte de schooltassen leeg, zette de broodtrommels in de vaatwasser. Aan het einde van de dag plofte ze op de bank klagend dat ze het zo druk had. Ze ziet het ook bij andere ouders.

Op school gaat het anders. Daar ruimen kinderen zonder problemen hun rommel op. Maar ook daar wordt geklaagd. Kinderen die niet zindelijk zijn als ze naar de basisschool gaan, 4-jarigen die hun gymkleren niet zelf kunnen aantrekken, docenten die moeten helpen met schoenen en ritsen. Kinderen lijken steeds later zelfstandig te worden. Maar hoe erg is dat eigenlijk? Ernstig, zegt ontwikkelingspsycholoog en schrijver Steven Pont. Als kinderen heel jong zijn, moeten ouders hun kinderen beschermen. Dit zogeheten hechtingsgedrag is positief. Maar wat we steeds meer zien, is dat dit gedrag bij ouders niet afneemt naarmate kinderen ouder worden. Terwijl de belangrijkste taak als ouder is: werken aan je eigen overbodigheid." Kinderen leren door instructies en door ervaring, zegt Pont. Wij zijn steeds meer geneigd instructies te geven en dat gaat ten koste van de ervaring. 'Kom hier, doe dit, doe dat, trek je dikke jas aan, doe je muts op.' Ze hoeven niet na te denken, want er is altijd wel een volwassene die met een sjaal of vest achter ze aan komt rennen. Een kind met een te dunne jas vraagt heus wel om een dikkere als hij het koud krijgt."

Bezorgde ouders zijn goede ouders, is de teneur. Maar Pont is het daarmee niet eens. Elk ingrijpen van een volwassene doet iets met het zelfbeeld van een kind. De wereld wordt een bedreigende plek. Als ouders kinderen alles uit handen nemen, denken ze dat ze het niet alleen kunnen. Dat kan faalangst tot gevolg hebben." Kinderen moeten volgens Pont ook lekker buiten spelen. Vroeger was het normaal dat een kind wel eens uit een boom viel. Nu denken we al snel dat het wordt verwaarloosd.

Maar je bezeren en vallen hoort bij gezond experimenteergedrag. Kinderen worden er volgens Pont zelfredzaam van. Ze leren hun grenzen kennen en durven daardoor initiatieven te nemen. Het hele leven is risicovol, daar moeten kinderen mee oefenen. Als het leven de wedstrijd is en de jeugd het trainingsveld, moet er flink worden geoefend om later een wedstrijd te kunnen spelen.

" Ouders willen hun kinderen beschermen tegen teleurstelling en falen. Maar daar worden kinderen niet zelfstandig van. Ook pedagoog Bas Levering ziet dat ouders soms moeite hebben van hun kind te eisen en te verwachten dat het bepaalde dingen doet. Ouders moeten hun kinderen van alles leren: fietsen, strikken, aankleden, plassen op de wc, billen afvegen, huiswerk plannen en maken. Dat kost tijd.

Maar die tijd en aandacht lijkt er steeds minder te zijn. Het kabinet zendt volgens Levering een tegenstrijdige boodschap uit: We moeten meer tijd met onze kinderen doorbrengen en ze beter opvoeden, maar we moeten ook meer en harder werken met z'n allen. "Hij ziet de negatieve gevolgen van het gebrek aan zelfstandigheid vooral bij de wat oudere kinderen. In mijn tijd was het ideaal om als student zo snel mogelijk zelfstandig te gaan wonen, maar dat is veranderd. Natuurlijk ook vanwege economische redenen. " Positief vindt hij het dat veel kinderen een goede open relatie met hun ouders hebben. Maar jongeren van begin 20 worden soms nog helemaal verzorgd door hun ouders. Waar en wanneer begint hun zelfstandigheid en wanneer leren zij met geld omgaan? Dat is in de tijd van commerciële verlokkingen en mobiele telefoons geen overbodige vraag. Ouders bedoelen het goed, maar hun positieve gedrag kan negatief uitwerken.Wij eisen geen volwassenheid meer."

Heleen de Hertog weet precies hoe al die ouders zich voelen. Ze dacht vroeger ook dat ze een goede moeder was door alles voor haar kinderen te doen. Ze geeft nu trainingen en workshops over de methode How2talk2kids, gebaseerd op de theorie van de Amerikaanse psycholoog Haim Ginott. De Hertog weet nu dat het ook anders kan. Haar zoon wilde eens spelen met een vriendinnetje dat niet kon. Hij zette het op een brullen. Vroeger zou ik hem getroost hebben en resoluut op een ander vriendinnetje zijn afgestapt.Maar beter is het zijn emoties te erkennen. 'Wat jammer voor je. Je bent vast teleurgesteld dat Babette niet kan.' Dan zie je dat kinderen zelf met oplossingen komen. Mopperend gingen we naar huis, waar hij heerlijk in zijn eentje ging spelen."

Een goede ouder lost volgens De Hertog problemen niet op voor zijn kind, maar toont respect voor zijn worsteling. Dan krijgt het kind moed om het zelf te doen. Ouders kunnen het daarbij ondersteunen zonder het over te nemen.

Tijdens workshops komt vaak de vraag naar voren wat ouders doen voor hun kind wat het eigenlijk al zelf kan. Kleren klaarleggen voor kinderen van 6 of 7 jaar is zo'n voorbeeld. Laat het los, meent De Hertog. Dan trekken ze maar iets geks aan. Het is hun keuze. Door kinderen het zelf te laten doen en ze taken in het huishouden te geven, laat je zien dat ze erbij horen. Verantwoordelijkheid geeft zelfvertrouwen en maakt de overgang naar volwassenheid makkelijker. Kinderen kunnen het best. Als ze weten hoe ze een bestand moeten downloaden, kunnen ze ook hun broodtrommel in de vaatwasser zetten."

Daarmee is Steven Pont het helemaal eens. Hij smeert geen brood meer voor zijn kinderen. „Zij kunnen het zelf sneller dan ik.” Hij gaf zijn zoon een boormachine op zijn 6e verjaardag. „Je moet naar je kind kijken, naar wat het kan.” Zijn kinderen kijken zelf op de klok wanneer ze naar school moeten. „Ik laat ze vrij, maar zij zorgen dat ze op tijd komen.” Als de vrijheden toenemen, moeten ook de verantwoordelijkheden toenemen, vindt hij. Ook leidt een verhoging van het zakgeld tot meer taken in huis. Vanaf het begin moet je dit normaal maken. „Als je daarmee begint als ze 12 zijn, ben je te laat.”

Ik denk aan mijn dochter en haar boterham met pindakaas. Er is hoop. Ik laat haar voortaan toch maar zelf smeren. Dan staan we gewoon wat eerder op en doe ik haar een schortje aan. Nee, dat laat ik haar zelf aantrekken.