Terug naar Portfolio >

24 december-2013 | NRC Next

Minder werklozen, niet meer werk

  De werkloosheid neemt af, volgens het CBS. Nee hoor zegt het CPB. De werkloosheid blijft onverminderd aanhouden in 2014. Hoe zit het nu? Drie vragen.


door Mayke Calis
   

De werkloosheid daalt volgens het CBS. Klimmen we dan eindelijk uit het dal?

Er gloort licht aan de horizon, vindt het CBS. Het aantal werklozen daalde in november met 21.000 tot 8,2 procent van de beroepsbevolking. Dat zijn 653 duizend werklozen. In oktober was dat nog 8,5. De massaontslagen per duizenden tegelijk zoals die eind vorig jaar en begin van dit jaar plaatsvonden zijn er niet meer. Minder mensen raken werkloos vanuit een baan. Tot zover het goede nieuws. Want de verklaring voor de daling is dat mensen zich terugtrekken van de arbeidsmarkt. Ze zijn nog altijd werkloos, maar staken het vruchteloos zoeken naar werk. Jongeren gaan weer studeren en veertigers met een partner die genoeg verdient, hoeven voor hun inkomen niet per se een baan te zoeken. Zij wachten op betere tijden.

Het Centraal Plan Bureau (CPB) is pessimistischer. De decemberramingen voorspellen voor 2014 een stijgende werkloosheid tot 7,5 procent van de beroepsbevolking. Hoe kan dat?

Het CBS kijkt terug en het CBP kijkt vooruit. Het CBS heeft daarom te maken met ‘steekproefonzekerheid’; het kan volgende maand zo weer anders zijn. En het CPB lijdt aan ‘ramingsonzekerheid’; voorspellingen kunnen niet uitkomen. Op grond van het voorafgaande jaar ziet het CPB de werkloosheid niet direct dalen.

Ook hanteren beide een andere definitie van werkloosheid. Het CBS houdt de nationale definitie aan: iemand is werkloos als hij 12 uur of minder per week werkt, terwijl het CPB de internationale definitie hanteert: alle personen van 15-74 jaar zonder betaald werk en die daar actief naar op zoek zijn. Vertaald naar internationale cijfers was de werkloosheid volgens het CBS in oktober 7 procent en in november 6,9. 

Het CPB erkent dat een deel van de werklozen zich ontmoedigd terugtrekken van de arbeidsmarkt, maar een ander deel blijft tegen de klippen op zoeken. Mogelijke verklaringen zijn dat zij geen partner hebben; hun partner ook werkloos dreigt te worden of dat zij laten zich laten leiden door sombere verhalen over dalende pensioenen en bezuinigen. Die terugtrekking van de arbeidsmarkt ziet het planbureau dus minder duidelijk.

Voor wie en in welke sectoren is er op korte termijn wel hoop?

De werkloosheid nam volgens het CBS de afgelopen maanden zo ongeveer in gelijke mate af onder mannen, vrouwen en onder alle leeftijden. In welke sectoren het beter gaat is nog moeilijk te zeggen. Met de industrie gaat het voorzichtig beter, er is meer vertrouwen, de productie stijgt, maar er zijn nog geen cijfers waaruit blijkt dat dit doorwerkt in meer banen. Als het beter gaat met de economie, leidt dat vaak niet direct tot meer werk. De groei wordt in eerste instantie opgevangen door het bestaande personeel. Maar daarna komt er meer ruimte. We moeten dus nog even volhouden.