Terug naar Portfolio >

15 mei 2014 | NRC Handelsblad

Als je selfie er maar goed uitziet

  Niemand treft de 17-jarige Quentin Jong A Tai op sociale media aan met een biertje in de hand. „Ik denk aan mijn toekomst”, zegt de eerstejaars mbo-student. Ook zijn locatievoorziening heeft hij standaard uitstaan. „Het gaat niemand wat aan waar ik ben.’’


door Mayke Calis
   

Niemand treft de 17-jarige Quentin Jong A Tai op sociale media aan met een biertje in de hand. „Ik denk aan mijn toekomst”, zegt de eerstejaars mbo-student. Ook zijn locatievoorziening heeft hij standaard uitstaan. „Het gaat niemand wat aan waar ik ben.’’

Misschien denkt Quentin door zijn opleiding aan het Media College in Amsterdam wat meer na over privacy en internet. Toch is hij niet de enige die dat doet, blijkt uit een vandaag verschenen onderzoek Tieners en online privacy onder jongeren van 12-17.  „Jongeren zijn zich bewuster van hun privacy op sociale media dan een paar jaar geleden”, zegt Remco Pijpers, coördinator van het onderzoek bij Mijn Kind Online. Ze zijn meer op hun hoede, onder meer door negatieve ervaringen van kinderen van wie bijvoorbeeld naaktfoto's zijn verspreid en door berichtgeving over privacy en de geheime dienst NSA. Ook ouders waarschuwen kinderen waarschijnlijk meer.

De meeste tieners uit het onderzoek vinden dat niet iedereen alles van hen hoeft te weten. Vooral vreemden en kinderlokkers niet, zeggen met name jonge kinderen. Maar ook bedrijven, adverteerders, de NSA, overheid en leraren worden genoemd. Sommige dingen zijn gewoon privé en tieners willen zelf bepalen wie wat mag zien.

Jongeren denken meer na over wat ze op welke plek willen delen. Zo ook de veertienjarige Rosa Krammer (VMBO TL). Zij gaat er vanuit dat op Facebook en Instagram „iedereen alles kan zien”. Daar post ze bijvoorbeeld een foto van de vakantie of van wat ze aan het doen is. Maar persoonlijke zaken worden één op één besproken met vriendinnen via Whatsapp. Soms gebruiken jongeren ook geheimtaal op openbare fora of plaatsen een songtekst waarvan de boodschap niet door iedereen wordt begrepen.

Natuurlijk gaat het ook wel eens mis. Een kwart zegt wel eens spijt te hebben gehad van een update, reactie, foto of video. Meisjes vaker dan jongens. Gemiddeld heeft de helft van de tieners wel eens eigen informatie aangepast of verwijderd. Een derde heeft wel eens aan anderen gevraagd om een foto weg te halen waar ze zelf op stonden. De vijftienjarige Marie Woudwijk (havo 3) heeft wel eens spijt gehad van een selfie „met zo’n stomme duckface” (getuite lippen). Aan goede vriendinnen vraagt ze gewoon of ze lelijke foto’s willen weghalen. Aan kinderen die ze niet zo goed kent, vindt ze dat moeilijker.

„Privacy staat in het teken van imago-management”, zegt Remco Pijpers. Zo vraagt Rosa zich altijd af wat andere mensen denken als ze haar berichten lezen. Ze wil niet dat ze verkeerd worden uitgelegd. Quentin haalt op Facebook foto’s weg van vrienden waar hij niet meer mee omgaat.

Rosa is net als Quentin en Marie bevriend met haar ouders op Facebook. Dat is prima zolang die ouders geen afwijkende dingen plaatsen. Zo zette de moeder van Quentin in het verleden veel foto’s van maaltijden, die ze voor hem kookte, op haar eigen Facebookpagina. Daarin tagde ze Quentin waardoor de foto’s automatisch ook op zijn tijdlijn kwamen. Omdat hij „een beetje moe” werd van de spottende reacties van zijn vrienden wilde hij dat niet meer.

Op Twitter wil Rosa liever niet worden gevolgd door haar moeder. „Op Facebook zet ik nooit rare dingen’’, zegt ze. „Twitter is persoonlijker, daar geef ik meer mijn mening. Het is chiller om te bedenken dat ze niet meteen alles ziet wat ik denk.”

Ook de groeiende populariteit van Snapchat, dat in één jaar tijd steeg van 1 op de 10 gebruikers naar 1 op de 3, laat volgens de onderzoekers zien dat jongeren bezig zijn met privacy. Met deze app kunnen mensen elkaar foto’s sturen die zichzelf na een aantal seconden vernietigen.

De angst van veel ouders is dat kinderen zo misschien sneller naaktfoto’s van zichzelf versturen. Alle scholen kennen inmiddels wel een voorbeeld van een meisje dat zo’n foto heeft verstuurd en die later is verspreid. Omdat deze gevallen vaak het nieuws halen hebben veel ouders het idee dat dit heel vaak voorkomt, denkt Pijpers. Maar het tegendeel is waar.

Dat wil niet zeggen dat tieners niet moeten oppassen. Er zijn een aantal manieren om verzonden foto’s via Snapchat toch te bewaren. Bijvoorbeeld via de app Snapsave. Vijftien procent zegt de app te gebruiken; hoe lager het onderwijsniveau hoe vaker. Een op de tien bewaart foto’s tegen de wil van de verzender. Rosa vindt dat kinderen het moeten zeggen als ze snapchatfoto’s van je bewaren. „Het leuke van Snapchat is nu juist dat de foto wordt vernietigd. Daarom kun je elkaar zulke gekke foto’s sturen.”