Terug naar Portfolio >
16-06-2012 | Tubantia (GPD) | |
BEATRICE DE GRAAF BIJNA NOOIT BANG |
|
Hoogleraar Beatrice de Graaf doet onderzoek naar terrorisme en veiligheid. Dat is haar lust en haar leven. "Op angst en veiligheid wordt beleid gemaakt."
|
|
door Mayke Calis foto's Bas Czerwinski/GPD) |
|
Ze is zwanger van haar derde kind. Daarom wil ze niet met haar buik op de foto. Terrorisme-onderzoeker Beatrice de Graaf zoekt een mooie plek voor de foto uit, op de dertiende verdieping van het gebouw boven het Centraal Station Den Haag. Op de twaalfde etage is haar werkplek, het Centrum voor Terrorisme en Contraterrorisme, een dependance van de Universiteit Leiden. De Graaf is de tel kwijt van het aantal boeken dat ze schreef. Ook nu is ze met een stuk of vier teksten tegelijk bezig. Tijdens haar verlof, straks in juli, hoopt ze er weer een af te maken. "Tot nu toe is het tijdens mijn verlof steeds gelukt een boek te schrijven." Dat vindt ze heel gewoon. "Onderzoek doen, is mijn lust en mijn leven." Geboren en getogen in Putten kreeg ze de tragische geschiedenis van haar woonplaats, de razzia door de Duitsers in 1944, met de paplepel ingegoten. Haar vader, ooit docent geschiedenis, verloor twee ooms en een neef. "Bijna iedereen in Putten heeft wel familie verloren tijdens die razzia, waarbij 661 mannen werden opgepakt en enkelen werden doodgeschoten." Haar eerste onderzoeksstage ging over dit onderwerp. Na haar studie Duits en geschiedenis hielp ze een documentairemaker over hetzelfde onderwerp. Ze sprak Wehrmacht-veteranen en deed archiefonderzoek in een concentratiekampmuseum in Duitsland. "Eén keer zat ik daar in de winter, het vroor dat het kraakte, mijn auto was kapot en ik zat in mijn eentje in het gastenverblijf, een oude SS-garage met tralies voor de ramen. Daar las ik folterverslagen van de Gestapo." Haar fascinatie voor Duitsland en de Duitse taal kreeg ze van haar vader, die veel Duitse kennissen had en van haar opa, die middeleeuws Duits doceerde. "Hij had op zijn bureau snippertjes papier met Duitse teksten die hij vertaalde. Met een vergrootglas bestudeerde hij die snippers en ik mocht erbij zitten tekenen, als ik stil was." Toen halverwege de jaren negentig de archieven van de Stasi, de Duitse geheime dienst, opengingen, vond ze een promotie-onderwerp in de relatie tussen Nederland en de DDR. Vrij snel na haar promotie kwam de aanbieding zich te gaan bezighouden met onderzoek naar contraterrorisme in historisch perspectief. Dat doet ze nog steeds. "Ik wilde ook wel eens weten hoe inlichtingendiensten opereerden in Westerse democratische landen. Persoonlijke motieven achter een aanslag vind ik interessant, maar ik ben nog meer geboeid door de omstandigheden waaronder iemand een aanslag pleegt. En in de maatregelen die ertegen zijn genomen. Dus in de groep, de tijd en de samenleving waarin zo iemand leeft. Anders Breivik bijvoorbeeld opereerde in een groep om niet op te vallen. Hij radicaliseerde in zijn eentje, maar bleef deel uitmaken van een groep. Dat viel minder op." Volgens de Nederlandse inlichtingendiensten zijn de radicaliseringshaarden te overzien. "Nederland is natuurlijk een aangeharkt land. In Duitsland en Frankrijk met hun miljoenensteden en banlieus is het veel makkelijker in de anonimiteit te verdwijnen. In Noorwegen blijkbaar ook. Dat er na de Hofstadgroep nauwelijks nog nieuwe radicale groepen zijn bijgekomen in Nederland, is waarschijnlijk voor een deel te danken aan het werk van die inlichtingendiensten. Allerlei lokale en nationale instanties zijn vlak na de moord op Theo van Gogh met radicale imams gaan praten. De imam Fawaz Jneid heeft bijvoorbeeld verschillende jongens bij de diensten aangegeven die zijns inziens het verkeerde pad opgingen. Ook is de weerbaarheid van de moslims in Nederland een belangrijke factor geweest. " Waar wij bang voor zijn, verandert voortdurend, zegt De Graaf. "We zijn banger voor Mohamed B. dan voor Volkert van der G.. Misschien omdat de laatste tot onze witte gemeenschap behoort en de gemiddelde Nederlander zich niet bedreigd voelt door dierenrechtenactivisten. Mohamed B. daarentegen staat voor veel mensen voor dé moslim, voor potentiële terroristen. En hij komt niet uit 'onze' witte gemeenschap. Hij vermoordde niet alleen Theo van Gogh, maar bedreigde het hele Nederlandse volk én de vrije meningsuiting. Althans, zo wordt dat geduid. "Terrorisme maakt ons angstig. Op angst en veiligheid wordt beleid gemaakt. Veiligheid verkoopt, voor bedrijven en politici. Maar er zit ook iets van vermaak in, iets griezeligs en spannends. Veiligheid als genotsmiddel en comfort. De vraag is of de maatregelen altijd effectief zijn. Wat werkelijk helpt, is ouderwets politiehandwerk, goed opsporingswerk, goede informanten en achter de schermen opereren. Maar dat is niet sexy. Daar win je de verkiezingen niet mee. Dus worden soms opzienbarende maatregelen genomen, die de schijn van veiligheid bieden." Een voorbeeld. "Op Schiphol worden mensen ingedeeld op grond van een risicoprofiel. Sinds ik in Egypte ben geweest, word ik steeds uit de rij gehaald. Maar mensen met een duur ticket kunnen via priority lanes aan die controles ontsnappen. Is het dan veiliger geworden? Een beetje terrorist omzeilt die controles met gemak. Veel maatregelen op luchthavens suggereren veiligheid, maar bieden die niet." De Graaf is nu bezig met een boek over vrouwelijke zelfmoordterroristen. "Velen worden overgehaald of gerekruteerd door familie of kennissen. Binnen hun organisatie dienen ze als kanonnenvoer, maar daarbuiten worden ze als extreem gevaarlijk gezien. Want iemand die haar taak als vrouw en moeder verzaakt, moet wel extreem gevaarlijk zijn. Die opvatting vind je vaak terug in de media en soms ook bij politie en justitie. Kijk naar de veroordeling van één van de vrouwen van de Hofstadgroep. Haar proces moet opnieuw van de Hoge Raad omdat ze misschien toch te snel als gevaarlijk is bestempeld, zonder dat er harde bewijzen waren dat ze heeft meegedaan aan de aanslagen. "Een ander, precies omgekeerd voorbeeld is Tanja Nijmeijer, die bij de Farc in Colombia in de jungle woont. Ach, wat een leuk meisje en wat danst en zingt ze leuk. Blijkbaar is haar verhaal spannend. Er komt zelfs een film over. Terwijl zij aantoonbaar heeft meegewerkt aan grote aanslagen waarbij in ieder geval één kind is omgekomen. Maar dat pikt niemand op. Hier werkt de beeldvorming precies omgekeerd. Tanja lijkt zo'n leuk buurmeisje, zo gewoon. Door dit soort vooroordelen wordt terrorisme geromantiseerd en kan een dreiging te lang onderbelicht blijven." Of ze zelf ook wel eens bang is? In haar eentje heeft ze nazi-veteranen, Stasi-generaals en terroristen geïnterviewd. Ze reisde alleen naar verre oorden, maar bang? Vorig jaar was ze een keer bang. In Egypte, vlak voor de uitbarsting van de Arabische lente. Ze was uitgenodigd op een veiligheidsconferentie en werd nadien ineens in een busje met alleen Egyptische mannen gezet. Niemand sprak Engels, niemand kon haar vertellen waar ze heen gingen. Toen ze over het Suezkanaal richting woestijn reden, kon ze haar man dat nog net sms'en alvorens haar telefoon uitviel. Uiteindelijk stopten ze bij een oase, waar een barbecue was georganiseerd. "Daar ben ik ook nog eens doodziek van geworden." Op die momenten heeft ze steun aan haar geloof. De Graaf is actief lid van een protestantse gemeente en afkomstig uit een RPF-milieu. "Geloof geeft zin aan mijn leven en inspireert me ook om op een zinvolle manier bij te dragen aan de samenleving. Onderzoek en onderwijs geven passen daar prima in." Ooit liet ze zich op de kieslijst van de ChristenUnie voor de Eerste Kamer zetten, maar niet op een verkiesbare plek. "Voorlopig ben ik vooral onderzoeker en wetenschapper." Hoe ze het allemaal bolwerkt met twee kinderen en een volle baan? Ze lacht: goed organiseren. Als wetenschapper heb je ook veel vrijheid. Schrijven doet ze bijvoorbeeld thuis. Dan zitten de kinderen van 4 en 2 soms bij haar aan de grote tafel te spelen. Net als zijzelf vroeger bij haar opa. "Mijn kinderen hebben precies hetzelfde speelgoed, zodat ze daar in ieder geval geen ruzie over maken. De een zit dan met een rood, de ander met een groen duplobord te bouwen. "Mama vangt terroristen", zegt de oudste. "Nee, mama typt over terroristen", verbetert ze. Eén keer had de oudste twee torens gebouwd waar een vliegtuig tegenaan botste. Gelukkig was de brandweer snel ter plekke en werd iedereen gered. "Soms krijgen ze wel iets mee van wat ik doe. Zo klaagt mijn dochter wel eens dat ik alleen maar boeken over terrorisme heb en niet één over prinsessen." Verder probeert ze te sporten, piano te spelen, familie en vrienden te bezoeken. Daarmee is de tijd wel zo'n beetje op. Winkelen doet ze tijdens terrorismeconferenties. "Onlangs was ik in Florence en daar heb ik roze schoenen gekocht. Normaal niet mijn kleur, maar nu ik zwanger ben, vind ik het prachtig." |